Verbinden en samenwerken

Gemeente Tilburg wil kinderen gelijke kansen geven

Wat hebben kinderen nodig om te worden wie ze willen worden? Hoe zorgen we ervoor dat ieder kind in Tilburg – ongeacht achtergrond – gelijke kansen krijgt om zijn of haar talent te ontwikkelen? Gemeente Tilburg wil bouwen aan een stevig en gedragen programma rond kansengelijkheid en brede talentontwikkeling. 

Over Gemeente Tilburg

Tilburg gelooft in gelijke kansen voor iedereen. In het bijzonder voor kinderen. Samen met partners uit onderwijs, welzijn, sport en cultuur wil de gemeente een infrastructuur bouwen waarin álle kinderen zichzelf kunnen ontdekken, ontwikkelen en ontplooien.

Header 3

De 3 stappen

Begrijpen

We startten de 'begrijpen'-fase door in gesprek te gaan met sleutelrollen in de omgeving van jongeren. In totaal spraken we in stakeholdersessies met onderwijsprofessionals, jeugdprofessionals (o.a. sport, cultuur, welzijn) en ouders. 

We vroegen hen naar belemmeringen voor jongeren om hun talenten te ontwikkelen. Waar liggen kansen en inspirerende voorbeelden? Hoe ervaren partners de samenwerking met de gemeente en andere partners en wat hebben zij nodig om hun rol beter te kunnen vervullen? Deze sessies leverden waardevolle inzichten op over zowel inhoudelijke thema’s als knelpunten in de infrastructuur en samenwerking.

Creëren

Er was één essentieel uitgangspunt: geen plannen zonder de stem van kinderen zelf. Daarom is de gemeente – samen met Lüün – met kinderen in gesprek gegaan. Niet via een vragenlijst, maar spelenderwijs en in hun eigen taal. We gingen creatief aan de slag: met bingo, tekenen en vooral: praten. Over wat ze nodig hebben, waar ze van dromen, en waar het soms nog aan ontbreekt.

Vernieuwen

De volgende stap is het bouwen aan een programma dat stevig staat en breed gedragen wordt. We gebruiken de inhoudelijke kapstok als basis voor beleidsontwikkeling en nieuwe initiatieven. Daarbij blijft één ding centraal staan: kinderraden in de stad blijven meedenken én meepraten. Niet als symbolisch gebaar, maar als vaste stem in het proces.

Wat nu?

In de volgende fase toetsen we de kapstok bij een bredere groep betrokkenen – van beleidsmakers tot ouders – en vertalen we deze naar een concreet activiteitenprogramma. Ondertussen blijven we kinderen uitnodigen om mee te denken en vooral: zichzelf te blijven. Want als je écht wilt weten wat kinderen nodig hebben, dan moeten we ze blijven betrekken. 

Header 2